We hebben de afgelopen eeuwen fascinerende zaken over de wereld ontdekt, en we kunnen met grote verwondering luisteren naar ontdekkingen in de natuurwetenschappen. Als we om ons heen kijken, zien we gekleurde, vaste objecten. Maar natuurkundige experimenten laten zien dat het universum in werkelijkheid bestaat uit kleurloze, minuscule deeltjes die voortdurend rondvliegen in lege ruimte.
We accepteren dat de natuurkunde onze intuïties weerspreekt—sterker nog, ergens verwachten we dat tegenwoordig misschien zelfs wel.
Maar voor de psychologie lijkt dit niet op te gaan. Als wetenschap van mentale processen gaat de psychologie over onszelf. Aangezien we onszelf kennen, kan de psychologie daarom geen grote geheimen voor ons hebben. We hoeven maar onze ogen te sluiten en naar binnen te kijken om te observeren hoe we herinneren, denken en voelen.
Helaas, als de psychologie iets heeft aangetoond, dan is het wel dat onze introspectie grote gaten heeft.
Een kwestie van perspectief
In de serie over innerlijke spraak legde ik uit dat de stem in ons hoofd niet hetzelfde is als het denken. Uit de reacties op de artikelen werd me duidelijk hoe tegenintuïtief dit is voor veel mensen. Meerdere lezers gaven aan dat ze het ingewikkeld vonden om het verschil te zien tussen innerlijke spraak en denken.
Dat heeft ermee te maken dat psychologische termen een belangrijke plaats hebben in ons alledaagse taalgebruik. We zeggen dingen als
- “Ik denk dat mijn man me bedrogen heeft.”
- “Hij is erg emotioneel.”
- “Herinner je je dat nog?”
- “Weet je hoe laat het is?”
Het probleem is dat deze termen in de cognitieve wetenschappen op een heel andere manier gebruikt worden dan in het dagelijks leven. Omdat we toch hetzelfde woord gebruiken, blijft het verschil in betekenis verborgen.
De verschillen tussen de alledaagse en wetenschappelijke betekenissen van mentale woorden zijn een kwestie van perspectief—het verschil tussen hoe de wereld subjectief lijkt voor mij—het eerstepersoonsperspectief—en hoe deze objectief is—het derdepersoonsperspectief. Met onze introspectie nemen we het eerstepersoonsperspectief in. Wetenschap bedrijven we vanuit het derdepersoonsperspectief—het perspectief van de objectieve buitenstaander.
Laten we het geestesoog zelf eens onder de loep nemen om zo het verschil beter te zien.
Het geestesoog onder de loep: wat is introspectie?
Het woord ‘geestesoog’ alleen al suggereert dat we denken dat we onze geest direct kunnen observeren.
Maar dat kunnen we niet. En dat kunnen we makkelijk aantonen met de introspectie zelf.
De volgende oefening helpt om te zien dat het niet zo simpel is: denk eens aan een hond. Haal het beeld van de hond zo helder mogelijk voor de geest.
Dat beeld van die hond—dat is wat we in het dagelijks leven een gedachte kunnen noemen (we zeggen dat we denken in taal of in beelden). Als een vriend dan je lege, starende blik ziet en vraagt wat er aan de hand is, zou je zeggen “oh niks, ik dacht even aan een hond”.
Maar dat ‘denken’ aan de hond—hoe deed je dat precies?
Als ik de oefening zelf probeer, merk ik dat ik een mentale notitie maak van het beeld dat ik wil oproepen—"een hond, een hond”—terwijl ik me probeer te concentreren op de plek in mijn bewustzijn waar het beeld zou moeten verschijnen.
Omdat ik me daarbij inspan, kan ik even het gevoel krijgen dat ik het beeld bewust creëer. Als ik nog wat beter kijk, merk ik: het beeld dat ik oproep… verschijnt eigenlijk gewoon. Soms probeer ik het beeld hier en daar aan te scherpen, door me op vaag gebleven details te concentreren. En inderdaad: dan veranderen ook die onderdelen.
Als we in het dagelijks leven iets maken, kunnen we precies zeggen hoe we tot het eindresultaat zijn gekomen. We kunnen uitleggen welke materialen we hebben gebruikt, hoe we deze hebben bewerkt, en in welke volgorde we alle stappen hebben uitgevoerd.
Voor het beeld van de hond geldt dit duidelijk niet. Waar kwam dat beeld precies vandaan? Geen idee, het was er zomaar ineens.
Het eerstepersoonsperspectief kan ons dus niet zonder meer vertellen hoe onze geest precies werkt. Wat het wél kan doen, is beschrijven hoe de ervaring er voor ons uitziet. Het kan ophelderen hoe de wereld en onze mentale processen zich aan ons voordoen. Dat is niet onbelangrijk, maar voor de psychologische wetenschap is dit niet genoeg—als wetenschapper willen we weten wat er áchter die ervaringen schuilt.
Psychologie vanuit het derdepersoonsperspectief
Wetenschappelijk gezien kunnen de beelden en stemmen in ons hoofd niet hetzelfde zijn als denken. Dat weten we bijvoorbeeld doordat, zoals ik eerder beschreef, er ook mensen zijn zonder innerlijke beelden (afantasie) en stemmen.
Anders dan het “verschijnen” van het beeld voor je geestesoog suggereert, ging er een ingewikkeld proces vooraf aan oproepen van het beeld van de hond. Het beeld is opgebouwd uit kleinere bestandsdelen. De vorm, kleuren en bewegingen die we met de hond associëren, liggen ieder op een andere plek in het brein opgeslagen. Altijd als je een beeld van de hond voor je ziet, worden deze bouwstenen onder de motorkap met elkaar gecombineerd tot het bewuste beeld—het eindproduct van het denkproces.
Iets vergelijkbaars geldt voor alle psychologische processen.
Wat is het geheugen? Als we in ons dagelijks leven zeggen dat we ons iets herinneren, dan bedoelen we dat we ons opnieuw bewust worden van een beeld of stukje informatie. Herinneren is simpelweg het actief maken van deze informatie. Hoe we dat doen? Dat gaat gewoon vanzelf… toch?
Niet dus. Die indruk, dat onze mentale processen vanzelf verlopen verraadt het eigenlijk al: er is een mentaal proces aan voorafgegaan wat zich buiten het bewustzijn heeft voltrokken.
We kunnen in het algemeen stellen: onze psychische processen blijven voor ons geestesoog verborgen. Het eerstepersoonsperspectief laat alleen de producten van psychische processen aan ons zien.
Hoe helder je geestesoog ook ziet, mentale processen zelf zul je er nooit mee zien.
We kennen onszelf niet
Voor onze lichamelijke problemen gaan we naar de dokter. We gaan ervan uit dat medische professionals kennis hebben over de processen in ons lichaam waar we zelf geen inzicht in hebben. Bij psychologische processen hebben we het idee dat we wél directe toegang hebben. Het kan toch niet zo zijn dat iemand anders—de psycholoog—ons beter kent dan wij zelf?
Toch is er geen reden om aan te nemen dat de psychologie anders is dan andere wetenschappen. Precies zoals we misleid worden door onze zintuigen, geeft ook onze introspectie een vertekend beeld van onze geest.
Keer op keer kom ik erachter dat het beeld dat ik van mezelf had niet waar blijkt te zijn. Dat mijn geest toch nét weer anders werkt dan ik dacht.
Dat is al zo vaak gebeurd, dat ik inmiddels niks over mezelf voor honderd procent waar aanneem.
In de psychologie wordt het vermogen van mensen om gedrag te verklaren met behulp van mentale processen aangeduid als Theory of Mind. Die term kunnen we maar beter serieus nemen: alles wat we over onszelf denken te weten is slechts een theorie. En elke theorie moet kritisch worden getoetst, en als gevolg van voortschrijdend inzicht waarschijnlijk worden aangescherpt of op zijn tijd zelfs volledig verworpen.
En dat maakt de psychologie nou net zo spannend. Er valt echt iets over onszelf te leren.
Tegelijkertijd geeft het aanleiding tot bescheidenheid. Als we onze mentale processen nauwelijks begrijpen—want zelfs cognitieve wetenschappers zijn het maar over weinig eens—weten we ook niet hoe we aan onze kennis, doelen, opvattingen en emoties komen. En als onze mentale processen zich in het duister voltrekken, doen we er goed aan voorzichtig te zijn met stellige conclusies over onszelf.
Dacht je dat zwarte gaten en de kwantumwereld mysterieus waren? Het grootste mysterie, dat zijn we zelf.
Wil je meer weten over hoe we onszelf voor te gek houden? Of wil je meer weten over interessante psychologische fenomenen zoals het stemmetje in je hoofd? Abonneer je dan door hieronder je e-mail achter te laten, zodat mijn nieuwe essays op het snijvlak tussen psychologie en filosofie direct in je inbox terecht komen.
Vond je dit interessant? Dan zijn deze essays ook iets voor jou:
Diep vertrouwd en uiterst menselijk: Waar komt dat stemmetje in je hoofd toch vandaan?
Als ontwikkelingspsycholoog doe ik aan de Radboud Universiteit onderzoek naar innerlijke spraak—het stemmetje in ons hoofd. De publicatie van een paper vorige week grijp ik aan als mooie gelegenheid voor een toegankelijke introductie op Substack. Ik doe mijn best het niet te droog te maken—innerlijke spraak is veel te herkenbaar en boeiend om het hier i…
Je proeft wat je verwacht
Als consument staan we voor talloze keuzes. Niet alleen bepalen we wat we kopen, maar ook bij welke aanbieder. Hoe maken we die keuzes? Maken we rationele afwegingen waarbij we producten zorgvuldig op hun waarde beoordelen? Of zijn we toch gevoeliger voor marketing dan we denken?