We zijn allemaal onzeker. Wie geeft het als eerste toe?
Kwetsbaarheid als een prisoners dilemma
Mijn hele leven al ben ik onzeker. Over mijn uiterlijk, mijn vaardigheden, of ik wel grappig, slim en spontaan genoeg ben.
Vroeger dacht ik dat ik de enige was. Als puber keek ik om me heen en zag ik alleen mensen die zelfverzekerdheid uitstraalden. Ook nu nog lijkt het alsof de meeste mensen in mijn omgeving en op sociale media blaken van zelfverzekerdheid. Natuurlijk tonen mensen weleens kwetsbaarheid, maar het blijft eerder uitzondering dan regel—vooral onder mannen.
Dit staat haaks op wat we weten uit onderzoek. Bijna de helft van de Nederlanders krijgt op enig moment in het leven te maken met een psychische aandoening. Van jongeren weten we dat tweederde minstens wekelijks negatieve gedachten heeft over hun eigen lichaam. Zeventig procent van de mensen ervaart weleens imposter syndrome.
Natuurlijk verschillen we in de mate van onzekerheid en in de manier waarop onzekerheid zich uit—zoals lage eigenwaarde, angsten, depressie, perfectionisme, uitstelgedrag—maar onzekerheid is universeel.
Zo ontstaat er een paradox: als zoveel mensen onzeker zijn, waarom zien we daar dan zo weinig van terug? Waarom durven zo weinig mensen zich kwetsbaar op te stellen?
De voordelen van kwetsbaarheid
De paradox wordt nog sterker als we de voordelen van kwetsbaarheid bekijken.
In een wereld waarin iedereen zich alleen van zijn mooiste kant laat zien, ontstaat er afstand. Onze onzekerheden zeggen minstens zo veel over ons als onze krachten. Ken je mensen écht als je niet weet wat hen ’s nachts wakker houdt?
Kwetsbaarheid creëert juist vertrouwen, en maakt het mogelijk om ons met anderen te verbinden. Hoe uit je beter je vertrouwen, dan door te vertellen over je onzekerheid? Zo kan kwetsbaarheid bijdragen aan diepere, authentiekere relaties waarin we steun krijgen als we die nodig hebben.
Naast vertrouwen in anderen, kweekt kwetsbaarheid vertrouwen in jezelf. Wanneer je je onzekerheden verbergt, zeg je impliciet tegen jezelf: dit deel van mij is niet goed genoeg. Maar door onze onzekerheden met anderen te delen, erken en omarm je ze juist. Kwetsbaarheid laat zien—in de eerste plaats aan jezelf—dat je jezelf accepteert. Met imperfecties en al. Zo is kwetsbaarheid een stap naar zelfacceptatie, en uiteindelijk, via een omweg, naar zelfvertrouwen.
Maar als kwetsbaarheid zo waardevol is, waarom laten we het dan niet vaker zien?
Het antwoord kunnen we, denk ik, afleiden uit een klassiek gedachte-experiment uit de speltheorie: het prisoners dilemma.
Het prisoners dilemma
Het prisoners dilemma laat zien waarom het moeilijk kan zijn om samen te werken, zelfs wanneer samenwerking de beste collectieve uitkomst oplevert.
Stel, jij en een mededader worden gearresteerd voor een bankoverval. De politie heeft niet genoeg bewijs om jullie beide achter tralies te zetten. Jullie worden afzonderlijk verhoord en krijgen beide twee keuzes:
Zwijgen, en hopen dat de ander dat ook doet.
Bekennen, in ruil voor strafvermindering.
Maar er zit een addertje onder het gras. De politie maakt het aantrekkelijk om te bekennen:
Als jullie beide zwijgen, krijgen jullie slechts 1 jaar wegens een kleinere overtreding.
Als jij bekent en je partner zwijgt, krijg jij geen straf en krijgt hij de volle 10 jaar.
Als jullie beide bekennen, krijgen jullie ieder 5 jaar.
De beste collectieve uitkomst is dat jullie allebei zwijgen. Maar individueel is bekennen altijd de betere keuze. Stel dat je partner ervoor kiest om te bekennen? Dan moet jij natuurlijk ook bekennen! Als je dat niet doet, ga jij voor 10 jaar de cel in! En wat als je partner ervoor kiest om te zwijgen? Dan kan je het beste… ja, nog steeds bekennen, want dan ga jij volledig vrijuit!
Zo beland je in een patstelling: jullie bekennen allebei en krijgen vijf jaar cel. En dat terwijl jullie beter af waren geweest door te zwijgen…
Bij kwetsbaarheid gebeurt iets vergelijkbaars.
Kwetsbaarheid als prisoners dilemma
Stel, je twijfelt of je je onzekerheden met iemand moet delen. Je hebt twee opties:
Kwetsbaarheid: Je deelt je onzekerheid.
Schone schijn: Je kiest ervoor om zelfverzekerdheid uit te stralen.
Ook hier zit een addertje onder het gras: zelfverzekerdheid wordt beloond. In onze cultuur associëren we zelfverzekerheid met kracht en succes, en onzekerheid met zwakte. We zijn bang dat als we onze kwetsbaarheden tonen, we minder aantrekkelijk zijn als collega, vriend of romantische partner.
Hierdoor maken we een vergelijkbare afweging als in het prisoners dilemma:
Als de ander schone schijn ophoudt en jij kwetsbaar bent, kom jij zwak over (of irritant, pathetisch, een sfeerspons, …).
Als de ander kwetsbaar is en jij niet, versterkt dat juist jouw imago.
Wat de ander ook doet, schone schijn lijkt de veiligste keuze.
Zo redeneren we ongeveer, in analogie met het prisoners dilemma. Maar in tegenstelling tot het prisoners dilemma, spelen we dit spel met onze hele cultuur tegelijkertijd.
Zo belanden we collectief in een scheve situatie: we zijn allemaal weleens onzeker, maar doen alsof we louter zelfverzekerd zijn. We denken dat we onze vrienden kennen, maar ineens blijkt iemand al lange tijd diep in de put te zitten, zonder dat iemand dat doorhad.
De uitweg
Zo in woorden uitgedrukt zien we hoe absurd deze afweging eigenlijk is.
Er zijn namelijk een aantal belangrijke verschillen tussen het prisoners dilemma en het tonen van kwetsbaarheid.
Zo kan je je afvragen of mensen wel echt geneigd zijn om misbruik te maken van kwetsbaarheid. Het prisoners dilemma gaat uit van spelers die eenmalig spelen, geen contact hebben, en geen loyaliteit. In het echte leven is dat anders: als we ons kwetsbaar opstellen, moedigen we anderen aan om dat ook te doen. En als iemand tóch misbruik maakt van onze openheid? Dan kunnen we er vaak voor kiezen om minder tijd met die persoon door te brengen, en ons te omringen met vriendelijkere mensen.
Ook overwaarderen we ons imago. Want kun je je echt goed voelen als je weet dat je een toneelstuk opvoert? Of projecteren we alleen zelfverzekerdheid terwijl we diep van binnen juist onzeker zijn—én eenzaam omdat we het met niemand kunnen delen?
Tenslotte kun je je afvragen in hoeverre kwetsbaarheid je imago überhaupt schaadt. Mensen ervaren kwetsbaarheid vaak als krachtig (en wie dat niet doet, is waarschijnlijk de moeite niet eens waard).
Waar het in het prisoners dilemma rationeel is om niet samen te werken, is dat bij kwetsbaarheid juist irrationeel. Het is meer angst dan realiteit. Een fout in de kosten-baten-analyse.
In tegenstelling tot het prisoners dilemma, is hier wél een makkelijke uitweg.
We zijn allemaal mensen, en we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. We voelen ons allemaal weleens slecht over onszelf, en we hebben allemaal wel iets waar we ons voor schamen. En het is prettig als we dat met elkaar kunnen delen.
We zijn allemaal onzeker.
Wie geeft het als eerste toe?
Dank je wel voor het lezen!
Ik sta op een kruispunt: ga ik verder in de wetenschap, of wil ik mezelf verder ontwikkelen als journalist of schrijver? Met Het Culturele Ik scherp ik mijn essayistische pen en bouw ik aan mijn portfolio. Als je hieronder je e-mailadres achterlaat, krijg je nieuwe essays gratis in je inbox. Zo mis je er nooit één, én je steunt mij er ook mee. Elke nieuwe abonnee helpt me weer een stap dichter bij het overtuigen van een redactie of uitgever om met mij samen te werken. Klik op het hartje als je het stuk waardeerde, of laat een reactie achter om te vertellen wat je ervan vond.
Als je dit leuk vond, zijn de volgende essays misschien ook iets voor jou:
Waarom mannen niet over hun gevoelens praten
De laatste jaren staan depressies en andere mentale problemen steeds meer onder de aandacht. We proberen als samenleving stigma’s over mentale problemen weg te nemen, zodat mensen vrijuit kunnen praten over mentale gezondheid. Ondanks deze steeds breder gedragen consensus gaan vrouwen nog altijd