Als ontwikkelingspsycholoog doe ik aan de Radboud Universiteit onderzoek naar innerlijke spraak—het stemmetje in ons hoofd. Deze serie op Substack is bedoeld als een toegankelijke introductie. Vorige week beschreef ik de ontwikkeling van innerlijke spraak bij kinderen om zo de culturele oorsprong van de innerlijke spraak te laten zien (tip: lees dat stuk eerst). Deze week beschrijf ik de rol van innerlijke spraak in het proces van zelfstandig worden.
De wereld is een complexe plek. En de wereld van mensen is nog een stuk complexer dan die van dieren. Wij maken ons niet alleen druk over wat we wel en niet kunnen eten of welke roofdieren we moeten ontwijken, maar we moeten ook kennis opdoen over economie, politiek, gezonde voeding, carrièrekansen, ziektebronnen, en ga zo maar door. Tel daarbij de extra lagen van moraliteit en zingeving op, en je ziet hoeveel er komt kijken bij het leven van een mens.
Een belangrijk onderdeel van volwassen worden is je weg vinden in onze complexe wereld.
Dat betekent dat kinderen voor een gigantische opdracht staan. Ze hebben nog geen flauw idee hoe dingen werken en wat precies de regels zijn, maar in onze samenleving verwachten we dat ze rond hun twintigste levensjaar grotendeels zelfstandig zijn.
Jonge kinderen staan nog mijlenver af van dit doel. Zij kunnen zich alleen redden als er veel structuur voor hen wordt aangebracht.
Volwassenen spelen een belangrijke rol in het creëren van deze structuur. Ouders zeggen tegen kinderen wat ze moeten doen, of wat ze juist niet mogen doen. “Eerst een hartige boterham, dan pas zoet” zeiden mijn ouders vroeger tegen mij. Of “eerst kijk je naar links, dan naar rechts, en dan pas kan je oversteken”.
Aan de hand van dat soort regels reguleren ouders het gedrag van hun kinderen.
De Russische ontwikkelingspsycholoog Lev Vygotsky zei:
De weg van de wereld naar kinderen, en van kinderen naar de wereld loopt via een ander persoon.
Met andere woorden: we leren de wereld begrijpen via anderen. Die sociale bemiddeling is essentieel voor onze ontwikkeling.
Hoe ouder kinderen worden, hoe meer van hen verwacht wordt dat ze die structuur overnemen. Kinderen leren steeds meer hun eigen regels maken, en beginnen zo gaandeweg hun eigen gedrag te reguleren.
En dat doen ze op dezelfde manier waarop hun ouders dat deden: door te spreken.
Jonge kinderen kun je soms hardop een plannetje voor zichzelf horen maken. De moeder van een deelnemer aan mijn onderzoek merkte bijvoorbeeld op dat haar zoon was gaan benoemen wat hij van plan was: “Ik ga me eerst omkleden, en dan ga ik naar buiten”. Eerst dacht ze dat haar zoon het aan haar richtte, maar uiteindelijk realiseerde ze zich dat dit niet zo was—hij zei dit vooral tegen zichzelf.
Vorige week beschreef ik dat zelfspraak voortkomt uit de sociale spraak. Er is dan ook een wisselwerking tussen de spraak van ouders en de mate waarin kinderen tegen zichzelf spreken.
Dat zie je bijvoorbeeld als een kind samen met een ouder bezig is met een taak. Als de ouder veel praat, zal het kind eerder stil zijn. Als de ouder stil is, is het kind eerder geneigd om het woord te nemen.
Als ouders de situatie al in hoge mate structureren, hoeven kinderen dat zelf niet meer te doen. Als de ouder alle stappen benoemt die een kind moet zetten, hoeft het kind daar alleen naar te luisteren. Er is dan al voldoende externe structuur, waardoor kinderen die structuur zelf niet meer hoeven te creëren.
De ontwikkeling van innerlijke spraak is dus gebaat bij een omgeving zonder overmatige structuur, zodat kinderen worden uitgedaagd om zichzelf te reguleren. Dat betekent natuurlijk niet dat kinderen aan hun lot moeten worden overgelaten. Te veel onduidelijkheid is overweldigend. Hoe ouder kinderen worden, hoe meer structuur ze zelf kunnen creëren. Reguleren is een functie die kinderen geleidelijk overnemen. Een belangrijk onderdeel van goed ouderschap is aanvoelen wat het kind al zelf kan doen, en waar het kind nog wat meer hulp bij nodig heeft.
Ook is er een verband tussen zelfspraak en de moeilijkheid van de taak.
Voor makkelijke opdrachten hebben kinderen helemaal geen spraak nodig. Wordt de opdracht moeilijker, dan beginnen ze zichzelf aan te sturen met zelfspraak. En als de opdracht te moeilijk wordt, richten ze zich tot volwassenen. Of ze haken af.
Deze dynamiek zie je niet alleen bij kinderen. Je kan het zien in alle facetten van ons leven, ook nog als volwassenen.
Ik zie het bijvoorbeeld duidelijk in mezelf.
Als ik mijn vaste routines uitvoer, gaat dat helemaal vanzelf. Als ik al in mezelf praat—het stemmetje in mijn hoofd is soms moeilijk stil te krijgen—ben ik hoogstwaarschijnlijk met andere dingen bezig.
Als een taak meer aandacht vergt, gebruik ik de stem in mijn hoofd actief om mijn handelingen mee te ondersteunen.
Bij complexe taken schiet de innerlijke spraak vaak te kort. Bij een moeilijke rekensom, of als ik uit alle macht iets probeer te onthouden, dan hoor ik mezelf soms ineens hardop mompelen.
Of er is groter geschut nodig. Veel van ons gedrag staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van een groter plan, dat zich kan uitstrekken over meerdere dagen, maanden of jaren. In die gevallen is het vaak beter om het op te schrijven, bijvoorbeeld in onze agenda of in een draaiboek. Nog steeds talige zelfregulatie, maar nu in geschreven vorm.
Sommige situaties zijn (nog) te complex om volledig zelfstandig aan te pakken. Zo krijg ik in mijn academische werk van mijn supervisors bijvoorbeeld instructies, tips en feedback bij mijn onderzoek en papers. Zij hebben al vaker met het bijltje gehakt, en weten waar je aan moet denken. Voor een groot deel van ons handelen blijven we onvermijdelijk afhankelijk van onze omgeving. Een wereld die we volledig zelf structureren zonder enige hulp van buitenaf—als een selfmade man—is een fantasie.
De internalisering van taal—van spraak tussen mensen naar spraak aan jezelf—reflecteert hoe we onszelf leren redden in de wereld. Wat begint als externe structuur, verandert geleidelijk in eigen structuur. Of we dat nou hardop doen, in ons hoofd, op papier of in dialoog met anderen.
De innerlijke spraak—of taal in het algemeen—is een gids op de weg naar volwassenheid.
En die weg houdt nooit op.
Dank je wel voor het lezen! En iedereen bedankt die een reactie plaatste bij het vorige artikel! Heel leuk om te zien hoeveel herkenning het stuk bij jullie opriep. Hopelijk is dat bij dit essay ook het geval.
Merk je zelf wel dat je innerlijke spraak hard aan het werk gaat als een situatie onduidelijk is? Of als je bezig bent met een moeilijke taak?
En heb je misschien nog vragen over innerlijke spraak die ik in een toekomstige post kan beantwoorden?
Laat het me weten in de comments!
Ik sta op een kruispunt: ga ik verder in de wetenschap, of word ik liever journalist of schrijver? Het Culturele Ik is een poging om mezelf als schrijver te ontwikkelen en een portfolio op te bouwen. Als je hieronder je e-mailadres achterlaat, krijg je nieuwe essays gratis in je inbox. Zo mis je er nooit één, én je steunt mij er ook mee. Elke nieuwe abonnee helpt me weer een stap dichter bij het overtuigen van een redactie of uitgever om met mij samen te werken. Klik op het hartje als je het stuk waardeerde, of laat een reactie achter om te vertellen wat je ervan vond.
Ga verder naar deel 3 van de serie over innerlijke spraak:
Als het stil is in je hoofd: Kan je denken zonder taal én beelden? (Over afantasie)
Als ontwikkelingspsycholoog doe ik aan de Radboud Universiteit onderzoek naar innerlijke spraak—het stemmetje in ons hoofd. Deze serie op Substack is bedoeld als een toegankelijke introductie. In het eerste essay beschreef ik de ontwikkeling van innerlijke spraak bij kinderen om zo de culturele oorsprong van de innerlijke spraak te laten zien (tip: lees…
Of bekijk nog eens het essay van vorige week:
Diep vertrouwd en uiterst menselijk: Waar komt dat stemmetje in je hoofd toch vandaan?
Als ontwikkelingspsycholoog doe ik aan de Radboud Universiteit onderzoek naar innerlijke spraak—het stemmetje in ons hoofd. De publicatie van een paper vorige week grijp ik aan als mooie gelegenheid voor een toegankelijke introductie op Substack. Ik doe mijn best het niet te droog te maken—innerlijke spraak is veel te herkenbaar en boeiend om het hier i…
Interessant én goed en leesbaar verwoord, ook voor de leek 👍🏻
Waar me dit artikel weer aan liet deken, het belang van taal en vooral het belang van woorden van hoe je ze gebruik en welke woorden je kiest. Dat werd me voor het eerst pas echt duidelijk toen ik een dik jaar geleden een programma heb bekeken van Brené Brown - the atlas of the heart.
Taal kan heel veel of heel weinig impact hebben en ik denk dat dat ook geldt voor je innerlijke spraak. Als je de juiste woorden voor jezelf weet te formuleren ben je al een heel eind op pad om ook door anderen beter begrepen te worden.
Of zit ik dan op een verkeerde weg om te denken dat innerlijke spraak je ook daarbij helpt?
Heel interessant weer. Ik zie uit naar je volgende bijdrages!