Vanmorgen nog voerde ik een strijd met m’n hoofd. Ik wilde juist aanwezig zijn in het nu, maar dwaalde steeds af.
Wel moet ik zeggen dat ik het afdwalen van m’n hoofd op z’n tijd wel de ruimte geef. De ervaring leert dat ik daardoor ook nogal eens op mooie ideeën stuit.
Wat ik opvallend vind is je opmerking dat dagdromende mensen minder gelukkig zouden zijn dan de mensen die dit niet doen.
De opmerking van Marc vind ik ook een leuke vraag: het onderscheid tussen innerlijke stem of spraak.
Zeker, het afdwalen is heel nuttig. En uiterst menselijk. Het vermogen om aan andere dingen te kunnen denken dan enkel aan wat er voor je neus staat is een kerneigenschap van menselijke creativiteit.
Dit stuk kan je zien als een nuance bij mijn eerdere stukken over innerlijke spraak: onmisbaar, maar niet zonder problemen. Als we doorslaan in onze drang om dingen te veranderen en vooruit te denken, vergeten we aandacht te hebben voor het hier en nu.
Wat het dagdromen betreft: er is zelfs gekeken binnen personen zelf. Dezelfde mensen zijn minder gelukkig als ze dagdromen dan als ze 'present' zijn. Voor dagdromen over positieve dingen geldt overigens dat het voor het geluksgevoel niet verschilt van present zijn.
Interessant dat van kind naar volwassenheid, de innerlijke stem/spraak om beteugeling vraagt.
Ik vroeg me af of het zinvol is om onderscheid te maken tussen innerlijke stem en innerlijke spraak, dus tussen datgene wat innerlijke spraak voortbrengt (stem) en de woorden zelf (het innerlijk uitgesprokene).
Inderdaad een nuttig onderscheid. Want wat de stem zegt maakt veel uit. Ik zal eens nadenken hoe dat onderscheid wat helderder in taal verpakt kan worden.
Net als het onderscheid tussen innerlijke spraak en innerlijk horen. Bij innerlijke spraak is er een ervaring van de woorden innerlijk uitspreken, terwijl bij innerlijk horen het meer lijkt alsof de woorden ineens verschijnen, alsof ze van iemand anders komen.
Weer heel interessant. En herkenbaar.
Vanmorgen nog voerde ik een strijd met m’n hoofd. Ik wilde juist aanwezig zijn in het nu, maar dwaalde steeds af.
Wel moet ik zeggen dat ik het afdwalen van m’n hoofd op z’n tijd wel de ruimte geef. De ervaring leert dat ik daardoor ook nogal eens op mooie ideeën stuit.
Wat ik opvallend vind is je opmerking dat dagdromende mensen minder gelukkig zouden zijn dan de mensen die dit niet doen.
De opmerking van Marc vind ik ook een leuke vraag: het onderscheid tussen innerlijke stem of spraak.
Ik kijk weer uit naar de volgende post.
Dank je wel voor het lezen en voor de reactie!
Zeker, het afdwalen is heel nuttig. En uiterst menselijk. Het vermogen om aan andere dingen te kunnen denken dan enkel aan wat er voor je neus staat is een kerneigenschap van menselijke creativiteit.
Dit stuk kan je zien als een nuance bij mijn eerdere stukken over innerlijke spraak: onmisbaar, maar niet zonder problemen. Als we doorslaan in onze drang om dingen te veranderen en vooruit te denken, vergeten we aandacht te hebben voor het hier en nu.
Wat het dagdromen betreft: er is zelfs gekeken binnen personen zelf. Dezelfde mensen zijn minder gelukkig als ze dagdromen dan als ze 'present' zijn. Voor dagdromen over positieve dingen geldt overigens dat het voor het geluksgevoel niet verschilt van present zijn.
Mooi artikel Thomas. Geeft goed inzicht in hoe ver en diep de invloed van innerlijke spraak reikt.
Interessant dat van kind naar volwassenheid, de innerlijke stem/spraak om beteugeling vraagt.
Ik vroeg me af of het zinvol is om onderscheid te maken tussen innerlijke stem en innerlijke spraak, dus tussen datgene wat innerlijke spraak voortbrengt (stem) en de woorden zelf (het innerlijk uitgesprokene).
Dank je wel het lezen en voor de reactie Marc!
Inderdaad een nuttig onderscheid. Want wat de stem zegt maakt veel uit. Ik zal eens nadenken hoe dat onderscheid wat helderder in taal verpakt kan worden.
Net als het onderscheid tussen innerlijke spraak en innerlijk horen. Bij innerlijke spraak is er een ervaring van de woorden innerlijk uitspreken, terwijl bij innerlijk horen het meer lijkt alsof de woorden ineens verschijnen, alsof ze van iemand anders komen.