Steeds vaker merk ik tijdens stedentripjes dat ik steeds minder makkelijk onder de indruk ben van nieuwe ervaringen, en ik vermoed dat ik niet de enige ben.
Wat doe je tijdens een gemiddeld stedentripje in Europa? Je maakt een wandeling door de stad. Je gaat naar een museum. Je doet een kerk of kasteel aan. Je gaat uit eten.
Ondanks dat ik zeker nog kan genieten van een bezoek aan een mooie kerk merk ik dat ik met elk bezoek meer moeite moet opbrengen om er echt van te genieten. De verwondering maakt plaats voor een gevoel van herkenning, en uiteindelijk verveling.
De meeste ervaringen zijn geen gift that keeps on giving. Door te veel ervaringen worden we onvermijdelijk blasé.
Je bent blasé als je oververzadigd of verwend bent door bepaalde ervaringen, waardoor niet meer in staat bent om ervan te genieten. Je bent blasé als je het gevoel hebt het allemaal al eens te hebben gezien. Denk eens aan de diepe, natuurlijke verwondering die kinderen uiten bij een nieuwe ervaring - blasé is het tegenovergestelde daarvan.
Tegenwoordig worden we gebombardeerd met nieuwe ervaringen. Neem de kunst. Waar onze grootouders nog op zoek moesten naar plaatjes van kunstwerken, kunnen we nu elk kunstwerk met een paar klikken op ons scherm toveren. Heerlijke en betaalbare restaurants die de heerlijkste keukens serveren van over de hele wereld, zijn tegenwoordig in elke stad te vinden. Met streamingsdiensten is eindeloos entertainment onbeperkt beschikbaar vanuit huis. Met deze weelde aan mogelijke ervaringen is het moeilijk om niet verwend te raken.
Ik weet zeker dat niet de enige ben. Blasé is makkelijk op te merken bij anderen. Ga eens naar een bekend kunstmuseum. Als je erover nadenkt, zijn musea wonderlijke plekken. In een middag loop je langs honderden kunstwerken, die elk afzonderlijk dagen tot maanden in beslag hebben genomen. In het Rijksmuseum hangen bijvoorbeeld kunstwerken van de meest getalenteerde schilders uit de geschiedenis - werken die miljoenen bezoekers trekken van over de hele wereld. Kunstmusea zijn dé plekken waar het allermooiste of bijzonderste bij elkaar is gebracht wat de mens ooit heeft geproduceerd.
Hoe gedragen mensen zich in een museum? Zijn ze zoals een kind, in een staat van diepe verwondering? Niet bepaald. De meeste mensen wandelen plichtmatig door een museum, kijken een paar seconden naar een kunstwerk (wat misschien wel maanden in beslag heeft genomen om te maken) en lopen weer verder. Zelden zie ik iemand die de tijd neemt om een kunstwerk écht in zich op te nemen, en zo de aandacht geeft die de schilder met haar talenten en inspanningen verdient.
Ergens is dat niet gek. Niemand zal ontkennen dat een Romijns beeld een stuk vakmanschap is. Maar toch is het moeilijk om bij de aanblik aan het 1000e beeld nog dezelfde verwondering op te brengen als bij de eerste aanblik.
Er zijn verschillende manieren om met een staat van blasé om te gaan. De meest voor de hand liggende manier is zoeken naar steeds mooiere en betere ervaringen. Stedentripjes in Europa kunnen je niet meer bekoren? Dan boek je toch gewoon een reis naar de andere kant van de wereld! Eten bij gemiddelde restaurantjes doet het niet meer voor je? Dan kan je nog naar sterrenrestaurants!
Deze strategie wordt opgedrongen in reclames. Aan de lopende band volgen de nieuwe producten elkaar op, de ene nog mooier dan de andere. Reclames zeggen je “als je dit nieuwe product koopt, dan zal je pas écht genieten”. Maar we doen hier zelf natuurlijk net zo hard aan mee. We maken ook elkaar lekker met onze verhalen over over onze nieuwe producten en de prachtige nieuwe ervaringen die we hebben opgedaan. Het is moeilijk om geen FOMO (i.e., fear of missing out) te voelen als je via traditionele en sociale media constant wordt gebombardeerd met alle prachtige ervaringen die andere mensen hebben opgedaan.
Toch is het makkelijk om aan te tonen het najagen van steeds mooiere ervaringen geen houdbare strategie is om gelukkig te worden. Als je steeds een extra stap zet op een ladder komt er uiteindelijk een hoogste trede. En hoe lekker het eten in een sterrenrestaurant ook is (een bezoek aan de Groene Winkel in Nijmegen leerde me dat sterrenrestaurants inderdaad ontzettend lekker eten maken), het blijft een momentje van kortstondig genot wat daarna ook weer snel vervliegt, waarna het lege gevoel weer gevuld moet worden voor een nieuwe prikkel.
Ook kan je je afvragen of deze strategie niet wordt gekenmerkt door diminishing returns. Stel, ik ga eten bij een goed Indiaas restaurant. Ik heb voor 30 euro lekker gegeten. Als ik mijn genot in een cijfer moet uitdrukken was dit misschien een 8. Ik had in plaats daarvan ook naar een sterrenrestaurant kunnen gaan, waar mijn genotniveau een 9 zou hebben bereikt. Echter, hier had ik 300 euro afgerekend. Was mijn genot 10x groot? Bij lange na niet. En hoe meer blasé je bent, hoe minder marginale genotsopbrengst een stap op de volgende trede je zal opleveren.
Wat kunnen we dan wel doen?
De eerste remedie voor een staat van blasé schuilt in de aandacht. Onze aandacht medieert al onze ervaringen. We kunnen de meest prachtige plekken bezoeken, maar als we er niet bij zijn met ons hoofd, zal het uiteindelijk toch weinig indruk op ons maken. Aan de andere kant, kan een ogenschijnlijk doodgewone ervaring juist heel bijzonder zijn als je er met je volle aandacht bij bent. Je hoeft je volgende stedentrip dus zeker niet te cancellen - maar neem misschien wat meer de tijd om het moois wat je ziet op je in te laten werken, in plaats van ervaringen af te strepen.
De tweede remedie schuilt in de waarde die we toekennen aan het opdoen van nieuwe ervaringen. In de moderne tijd, waarin religie een steeds minder grote rol speelt, is het opdoen van ervaringen verworden tot onze belangrijkste bron van zingeving. De zin van het leven anno 2024 is het bezoeken van festivals en het maken van verre reizen. Echter, niemand zegt op zijn of haar sterfbed “het meest gelukkig werd ik van het maken van verre reizen”. Of “mijn grootste zingeving, was toen ik op Awakenings Festival anderen aan het imponeren was met mijn outfit”.
Alles gaat vervelen. Na het tiende festival gaan ze allemaal op elkaar lijken. En een pasta in Italië is niet meer zo indrukwekkend als je in Nederland voor een paar tientjes een (bijna?) net zo lekkere pasta kan vinden (als je het niet al eenvoudig zelf op tafel kan zetten). Aan de andere kant zijn er ervaringen die keer op keer verzadigen. Iets moois maken. Een knuffel krijgen. Een goed gesprek. Dit soort ervaringen gaan nooit vervelen. Dit is de renewable energy onder de ervaringen. En het mooiste is, we hoeven er niet de hele wereld voor over te reizen.